
Werkweek van directeur Veronique
Werkweek van directeur Veronique
“Waar je normaal best wel een planning van je werkweek kunt maken is het in deze tijd een kwestie van meebewegen en vooral 24/7 aanstaan.”
Veronique Lommers stuurt als directeur alle veertig locaties van Nummereen Kinderopvang aan. Sinds ongeveer een jaar zien haar werkweken er totaal anders uit. Het begon natuurlijk met de lockdown in maart 2020 en nu, precies een jaar later, kunnen we wel stellen dat er veel is gebeurd. De kinderopvang moest volledig de deuren sluiten, mocht toen weer open en in december werd besloten dat er opnieuw alleen noodopvang mocht worden aangeboden. Inmiddels zijn de dagopvang en het peuterprogramma weer open maar dat vraagt in deze tijd om veel aanpassingen, zeker nu het aantal besmettingen toeneemt en we lijken af te stevenen op een derde golf. Tijd voor een interview met Veronique over haar werkzaamheden als kapitein op een schip in roerige tijden.
Kun je afgelopen werkweek beschrijven?
“Deze week begon niet op maandagochtend maar op zondagavond, toen ik via onze speciale corona-appgroep het bericht kreeg dat er op één dag meerdere medewerkers positief getest waren. Op dat moment ging direct ons zogeheten quarantainedraaiboek in werking waar ik ook aandeel in heb. Werk aan de winkel dus.”
Quarantainedraaiboek? Kun je daar wat meer over vertellen?
“We hebben een strak stappenplan voor het geval we te maken krijgen met een besmetting van een kind of medewerker. In dat plan staat precies te lezen hoe we handelen en communiceren. Daar ben ik natuurlijk niet alleen bij betrokken, dat raakt veel medewerkers en processen in onze organisatie. De kindplanners, personeelspanners, teamcoaches, de afdeling Pedagogiek & Kwaliteit… Ze hebben allemaal een actie in dat draaiboek. Om te zorgen dat we op elk moment snel kunnen schakelen, en op de hoogte blijven van elkaars voortgang, hebben we dus die speciale corona-appgroep in het leven geroepen. Zo zijn we zeven dagen per week in staat om proactief te kunnen schakelen met elkaar. Dat werkt efficiënt en dat blijkt ook nodig. Corona houdt geen rekening met avonden en weekends.”
Hoe zien de stappen in dat plan eruit?
Op moment dat ik melding krijg van een enkele besmetting is het niet zo ingewikkeld. Evengoed vervelend, maar inmiddels schrikt niemand nog echt van het bericht dat iemand positief getest is. In zo’n geval informeren we meteen de betrokken teamcoach, collega’s en de betreffende groep (en dus ouders) in verband met de eventuele noodzaak tot quarantaine. Maar op moment dat er meerdere besmettingen op één locatie zijn in korte tijd, dan vraagt dat wel iets meer. Gelukkig is het tot nu toe nog niet vaak voorgekomen maar deze week bleek dus wèl dat een paar medewerkers van dezelfde opvanglocatie besmet waren. In zo’n geval komt er meer bij kijken. Natuurlijk de afstemming met de GGD, waar we nauw mee samenwerken en die ons adviseert over hoe te handelen. Maar ook onze personeelsplanners komen in zo’n geval meteen voor een uitdaging te staan. Want de opvang moet wel gewoon door kunnen gaan. Dat betekent direct zoeken naar vervanging. En dat is in deze tijd soms makkelijker gezegd dan gedaan. We hebben in dit geval samen met de GGD direct besloten met een bubbelplanning te werken. Om het risico op verdere besmettingen te voorkomen maar toch de locatie open te kunnen houden. Op een manier waarop we de veiligheid van medewerkers en kinderen zo goed mogelijk borgen.”
Wat is zo’n bubbelplanning?
“Sinds de dagopvang en het peuterprogramma weer in bedrijf zijn werken we sowieso met zogeheten bubbels. Kinderen mogen maar in één groep spelen, om te voorkomen dat verschillende groepen met elkaar in contact komen. Op de noodopvang van de bso betekent dit bijvoorbeeld dat we geen kinderen van verschillende scholen bij elkaar in een groep plaatsen. In het specifieke geval van deze locatie schaalden we die bubbelplanning tijdelijk wat verder op.”
Hoe gaan de pedagogisch medewerkers hiermee om?
“Op een locatie waar relatief veel besmettingen zijn, staat het gevoel van veiligheid bij de medewerkers soms wel even onder druk Maar we zijn een cruciale beroepsgroep, we móeten door. Daarom heb ik nu een nog intensiever contact met onze teamcoaches. Speciale aandacht heb ik voor diegenen waar binnen het team calamiteiten spelen rondom corona. Zoals het moeten sluiten van een groep bij een besmet kindje. Ook de nazorg heeft mijn aandacht en de eventuele verbeterpunten die we weer mee kunnen nemen.
Maar we lopen met het predicaat van cruciaal nu eenmaal iets meer risico. Ook al doen we er alles aan om besmettingen te voorkomen; onze pedagogisch medewerkers werken met kleine kinderen waarbij de anderhalve meter afstand geen optie is.”
Deze week was er ook weer een persconferentie, is dat een ‘ding’?
“Zeker. Nu de bso al zo lang gesloten is hopen we elke persconferentie op goed nieuws. Goed nieuws in de zin dat ook de bso gewoon open mag, net zoals nu al het geval is met de dagopvang en het peuterprogramma.
Vaak lekt er van tevoren al informatie uit en kunnen we daar al een beetje op voorsorteren. Nu was het tot op het moment zelf onduidelijk wat het kabinet zou besluiten. Dan bereiden we ons toch voor op verschillende scenario’s. Voor zo’n persconferentie heb ik contact met onder andere de afdeling Communicatie. Die moet op scherp staan want wat er ook besloten wordt; we willen zo snel mogelijk daarna goed en duidelijk communiceren aan de ouders en medewerkers. Ook heb ik het alvast afstemming met het team Clup Events, dat verantwoordelijk is voor het aanbod op de bso, over een eventuele verlenging van het online aanbod en verdere mogelijkheden.
’s Avonds bleek dat de bso nog voor een langere periode alleen noodopvang mag aanbieden. Teleurstelling alom maar ook wel meteen het gevoel: ‘Hup, de schouders eronder’. Samen kijken wat we nu weer kunnen organiseren om toch in verbinding te blijven met onze Cluppers en hun ouders. Want dat vind ik echt enorm belangrijk. Het is ontzettend fijn dat ouders hun kinderopvangkosten vergoed krijgen, en dat is heel belangrijk. Maar voor mij geen reden om geen aanbod op afstand neer te zetten. We willen nog steeds proberen van toegevoegde waarde te zijn.”
Tot slot, welke vaardigheden zijn nu belangrijker dan ooit?
“Onmiskenbaar het vermogen om flexibel te zijn . Dat is voor mij als professional nu belangrijker dan ooit. Opschalen, meebewegen, aanpassen… het zijn begrippen die het afgelopen jaar hebben bepaald. En die flexibiliteit geldt overigens absoluut niet alleen voor mij. Ook van onze pedagogisch professionals wordt op dat vlak door de situatie nogal wat gevraagd. En wat ik bij hen vooral ook zie is de worsteling tussen de balans van ‘hoe kan ik gewoon net als altijd lekker intuïtief, close en vol warmte met de kinderen werken en hoe blijf ik me tegelijkertijd bewust van de maatregelen.’
Laten we het erop houden dat iedereen, niemand uitgezonderd, de gevolgen van deze tijd merkt. Iedere medewerker moet in deze bijzondere tijd een beroep doen op het vermogen zich aan te kunnen passen aan de omstandigheden. Mijn verantwoordelijkheid dit voor mezelf te doen en onze pedagogisch professionals hierin te begeleiden en coachen neem ik hoog op. Werkplezier is ook nu belangrijk. Onze missie is niet voor niets ‘met plezier samen groeien’.”